Kempisch Heideschaap
In de Kempen ontwikkelde zich in de loop der eeuwen een type schaap dat goed stand hield onder de vaak barre levensomstandigheden op de heide. Het resulteerde in een gemakkelijk schaap, dat veelal zelfstandig aflammert en over goede moedereigenschappen beschikt. De dieren zijn in staat om gedurende langere tijd in relatief moeilijk terrein te verblijven en te lopen. Dankzij hun sterke kudde-instinct laten ze zich in het veld bovendien goed hoeden en sturen. Het is geschikt voor het beheer van heideachtige vegetaties en schrale graslanden.
Het Kempisch heideschaap is een in vele opzichten duurzaam schaap. Het redt zich nog altijd uitstekend op een schraal dieet van heide, hard gras en onkruid dat na de graanoogst overblijft op de akkers. Waar dit schaap graast, verdwijnen houtige gewassen zoals berk, els en lijsterbes. Zelfs brandnetels en akkerdistels moeten eraan geloven. Deze eigenschappen maken van het Kempische heideschaap ook in de 21e eeuw een bruikbare beheerder van de zeldzaam geworden heideflora- en fauna in schaarse heidereservaten.
De wol
De wol van het Kempische Heideschaap is bijna helemaal wit, tamelijk fijn. De vezels variëren tussen de 6 a 10 cm. De wol voelt middelzacht aan. Wol van het Kempisch Heideschaap heeft een sterke krimp. Dat betekent dat het vilt aan de onderzijde van een vacht erg stevig en sterk wordt.
Het Kempisch Heideschaap geeft een mooie witte vacht, goed voor ieder interieur.
Drents Heideschaap
Het Drentse Heideschaap is een vrij klein, rank gebouwd schaap met een lange, sluik afhangende vacht, voorzien van kemp en fijne onderwol en met een lange bewolde staart, die minimaal tot aan de hak reikt.
De rammen hebben goed ontwikkelde horens, die ruim spiraliseren en vrij staan van de onderkaak. De ooien zijn horenloos, dragen stikken (korte rechte horentjes) of zijn duidelijk gehorend (iets schuin naar achteren en opzij gericht). De kop is smal, driehoekig van vorm, met een vlak niet te hoog neusbeen. De oren zijn vrij kort, stevig en dicht aan de kop geplaatst.
Het karakter van een Drents Heideschaap is attent en gericht op het zelfstandig functioneren in kuddeverband. Bij benadering door vreemden neemt het haar typische statige, alerte houding aan en richt het haar kop hoog op en stampvoet met haar voorpoten.
De wol
De vacht van een Drent is prachtig met lange haren. Wat ons betreft vooral voor de looks en minder om in te woelen. De vachten kunnen wat ruien en soms wat stug aanvoelen.
Bonte schaap
Herkomst onbekend. Dat zal altijd wel zo blijven. Tenzij genetisch onderzoek ooit een bijzondere link aan het licht brengt. Wellicht komt het Nederlandse bonte schaap voort uit een bont heideschaap. Of kan er verwantschap worden aangetoond met de melkschapen. Maar groter is de kans dat het schaap uit zo’n genetisch rommeltje bestaat, dat het spoor terug amper nog is te volgen.
Vaststaat dat het bonte schaap van oudsher voorkomt in het veenweidegebied en dat het zich pas de laatste tien jaar heeft verspreid over de rest van het land. Het waren vroeger de schapen van de boeren in het veenweidegebied. Niet als middel van bestaan, maar als dieren die het gras kort hielden. Makkelijke beesten, waar je weinig omkijken naar had. Ze liepen op kaaien en in boomgaarden. Het waren geliefde schapen, maar er is wel heel wat ingekruist. Ook de laatste tien jaar wordt het bonte schaap gekruist met Texelaars of Zwartblessen.
De wol
Wij zijn dol op de wol van het bonte schaap. Het vraagt wat extra werk maar dan heb je ook wat. Grote stoere, warme & zachte vachten. En als onderlaag geeft de wol een dikke warme soepele laag. Ook valt er mooi te spelen met de kleuren.
Schoonebeeker
Het Schoonebeeker schaap is het grootste Nederlandse heideschaapras. De Schoonebeker heeft een uitgesproken sierlijk voorkomen, met haar lange hals en kop hoog opgericht. De relatief smalle kop is voorzien van een zeer typische ramsneus, een rondgebogen neusbeen, ook wel Romeinse neus geheten. Het ras is hoogbenig en het beenwerk is fijn, maar hard en droog als dat van een ree. De vacht is lang en harig met een groot volume. De romp is lang en sterk, met voldoende breedte en kracht in de voor- en achterhand. Typisch is de lange, bewolde staart die ten minste tot aan de hak reikt.
De wol
Een prachtig langharige, zachte vacht! Af en toe hebben we er eentje in huis. Echt een special.
Ouessant
Het Ouessantschaap is genoemd naar het eiland Ouessant voor de kust van Bretagne.
Door het barre klimaat (weinig of geen bomen en dus weinig beschutting en veel wind en regen) en de schrale gronden is het Ouessantschaap een van de kleinste schapenrassen (zo niet het kleinste) ter wereld. De schouderhoogte is ongeveer 45 cm, rammen wegen tot maximaal 20 kg. Om dezelfde redenen werpen de ooien doorgaans maar één jong per keer. De rammen hebben relatief grote, gedraaide hoorns.
Ouesantjes zijn er in verschillende kleuren, bruin, wit, grijs.
De Wol
Wij zijn dol op Oessantjes! Zacht, fijn formaatje om het vachtvilten onder de knie te krijgen. Prachtige kleuren en ook het vilt voor de onderlagen wordt erg mooi met deze wol.